consolation pieces
Het is een onzekere tijd.
Toch vertrouw ik erop dat we samen de weg naar het licht beter weten te vinden als we naar elkaar blijven omkijken! Juist ook naar die mensen die dreigen achter te blijven in het donker. Mensen met minder houvast of uitzicht.
Zou kunst dat houvast kunnen geven? Als ik mezelf kan troosten door te tekenen, zou ik dat ook voor een ander kunnen doen, bedacht ik me. Daarom blijf ik tekenen. En maak ik dagelijks een tekening bij een gedicht dat mij houvast geeft. Die zachte beelden geven als die van het dagelijkse nieuws te groot of te hard zijn.
En ik ga ze delen met jou. Of met mensen die jij kent die dat kunnen gebruiken.
Kunst vergroot mijn raam op de wereld. Nu veel mensen daar noodgedwongen langer achter moeten blijven zitten dan ons lief is, help ik graag op mijn manier mee om plekken te maken waar we onszelf én elkaar kunnen terugvinden; onze verbeelding.
Elke dag rond 19:00 uur plaats ik hieronder een dagtekening. Herken jij jouw plek van troost, laat het me weten en ik stuur 'm naar je op. Of je geeft me een naam en adres van iemand waarvan jij denkt dat hij of zij wel wat houvast of schoonheid kan gebruiken nu.
Ik stuur je een open tikkie voor de verzendkosten en jouw donatie. Waardebepaling achteraf heet dat.
#watiskunstjouwaard?
Ik laat het in deze bijzondere tijd aan jou de hoogte daarvan te bepalen. Vind je het lastig dit te bepalen? Dat snap ik heel goed. Wat wellicht helpt is te bedenken dat ik als artist leef van mijn werk. Ik werk gemiddeld 2,5 uur aan een dagtekening. Een huisschilder vraagt gemiddeld € 37,50 per uur. Ik hoop dat iedereen zijn werk met evenveel passie doet, maar we weten allemaal dat je van passie alleen je (atelier-) huur niet kan betalen...
Het is nu dus aan jou.
En zo worden we beiden (of iemand aan wie jij het schenkt) blij; ik kan werk blijven maken, jij krijgt laagdrempelig een uniek kunstwerk aan je muur.
Anook Cléonne, Arnhem, maart 2020

Zoals Van Gogh met verf op doek
in ongeveer een week een akker schiep
en die gedreven egde, toen
de hemel aanstreek, een onbewolkte
zon ophing, een boom scheef plantte
waarnaast een boer met klak en zaaitas,
hij vervolgens diens strooiende hand
te voorschijn kwastte en zo de zaaier
zien liet, zo laat het schilderij
al duizenden weken horen
hoe het zaad ontkiemt –
Inge Boulonois

Laat hier geen twijfel bestaan, dit huis
zal bouwval worden met de grond gelijk
ook dit gedicht. Omdat ik stenen met een zin
en met cement elk voegwoord vergelijk,
de gangen met mezelf en daar dan in
verdwalen. Ramen, trappen, deuren, in en uit
van kinderen die bij hun moeders blijven
zwijgen, in de tuin een schrikbewind van kruid.
Geef dit huis geen uitstel meer,
het denkt zo lang al aan een landschap
toe te horen dat het blijven zal. Ik keer
terug tot een boom, in de aarde, meet omvang
van woorden aan restwarmte af en beken dat
ik nog droom van een gedicht. Pijnbanken lang.
Koen Stassijns

Er komt meer
witregel tussen ons
Ons gedicht wordt sterker.
Jan Somers

Weg van alle beslommeringen
de uitknop gaat aan
zien
horen
ruiken
de lente ontpopt zich in mijn hoofd
woordeloze gedachtes krijgen vorm
een minst vriendelijke passant begrip
stilte…
is soms het beste antwoord.
Mandy Schoorl

van ons enige, het berken,
tafelblad, steeds vaker nu
legden we er onze woorden op,
in de fruitschaal, in de voorzichtige
middagzon. We gisten hoeveel
van die stroperige woorden
een dergelijk oud blad dragen kon
en toen je het schilderde op doek
koos je er een statig purper voor
en je toogde onze woorden erop
in een perzikenoranje
dat ik weergaloos, ontzagwekkend
en troostvol vond.
Sacha Blé

Vlok, jij bent de traagste.
Jouw volle neef, de regendruppel,
Valt tweeëntwintig keren sneller
Dan jij. Jij slentert uit de wolken,
Twaalf meter per minuut.
Jij moffelt werk dat niet kan wachten weg.
Vlok, jij
Vederlichte averij.
Geert van Istendael

verdwaald geraakt in levens donker woud,
maar mij heeft geen aardsche wijsheid ontvouwd
den weg uit smart en twijfel, noch gedragen
omhoog, en geen hemelsche oogen zagen
neer op mij, vanwaar hoog’re klaarte blauwt
m’in teed’re zorg omwakend, en met stage
stralen heffend naar waar men waarheid schouwt.
Mij leidt geen gids, als het eigen gemoed,
mij schoort geen steun, dan d’enk’le trouwe handen
die mij opbeuren als de kracht bezwijkt;
mij sterkt geen afgezant uit beet’re landen
dan soms het ruischen, als een vleugel doet,
van zachte hoop die langs mijn wangen strijkt.”
Henriette Roland Holst-van der Schalk

Al wat eindigt is dood, en ook onze dood
Als het eindigt voor ons. Die struik daar
Verwelkt, en met hem verdwijnt
Een deel van mijn leven.
In al wat ik bekeek zit ikzelf voor een deel.
Als wat ik gezien heb vergaat, verga ik,
En in mijn herinnering is
wat ik zag wat ik was.
Fernando Pessoa

Weet gij het ook de ganse nacht?
De vogels komen. Aan een geuren
- van wind, van water?- valt te speuren
hoe 't lage land een komst verwacht.
Morgen het teken aan de lucht
- een frons, een lijn, een krimpend wolken-
en dan, bui van geluid, een vlucht
die dalen gaat: de vogelvolken.
En wéér staan in verwondering
wij tussen dit gevleugeld sneeuwen;
morgen- dan zijn wij, lieveling,
het eerste paar van duizend eeuwen.
Ida Gerhardt

Tijd is een tovenaar die uit het niets
al wat bestaat tevoorschijn haalt,
maar daarbij zelf onzichtbaar blijft
op schaduwen op zonnewijzers na.
Tijd laat ons doen niet ongedeerd,
als aan het eind van ieder spel
hij met zijn hand het zandglas keert.
Arjen Sevenster

Mijn ademen van buitenlucht, hoewel ik binnenzit,
is wat mij bindt aan het omringende.
Mijn blikken vullen deze kamer met een meubilair
dat niet van deze wereld is.
maar van de echte. Het troost,
dat met lichtbeelden deze ruimte ruimte wordt,
betoverd wordt tot winters landschap,
zoals buiten zichtbaar.
De wortels van de buitenlucht
de bronchiën in mijn borst.
Onlosmakelijk, alles, maar niets verloren.
Het uitzicht is onze bloeiwijze.
Mark Boog

Het is gruwelijk.
Alles begint opnieuw
alsof er niets
gebeurd was.
In stekelige takken
kabaal van vogels.
Piepend en krassend zet
het voorjaar in. De wind
plukt aan ontstemde snaren
van hoop en begoocheling.
Er is niets
gebeurd. Alles begint
opnieuw. Het is
gruwelijk.
Hanny Michaelis

Ik droomde, dat ik langzaam leefde ....
langzamer dan de oudste steen.
Het was verschrikkelijk: om mij heen
schoot alles op, schokte of beefde,
wat stil lijkt. 'k Zag de drang waarmee
de bomen zich uit de aarde wrongen
terwijl ze hees en hortend zongen;
terwijl de jaargetijden vlogen
verkleurende als regenbogen .....
Ik zag de tremor van de zee,
zijn zwellen en weer haastig slinken,
zoals een grote keel kan drinken.
En dag en nacht van korte duur
vlammen en doven: flakkrend vuur.
- De wanhoop en welsprekendheid
in de gebaren van de dingen,
die anders star zijn, en hun dringen,
hun ademloze, wrede strijd ....
Hoe kón ik dat niet eerder weten,
niet beter zien in vroeger tijd ?
Hoe moet ik het weer ooit vergeten ?
M. Vasalis

Het netwerk van nerven verkennen met je ogen.
De bladeren waarnemen. Bomen onbesuisd zien
zwieren in haast te scherpe zon tegen een brede
lucht. Vertragen. De dingen als kleren om jezelf
heen trekken. Ernaar kijken, het weefsel voelen,
zelf in de draden gaan, het merg, de hersenen,
een leven op steeds kleiner schaal. Dit beitelen –
gaat de tijd langzamer als je de seconden hoort?
Ruth van Rossum

taferelen
dien de diepte van een al lang verlaten
zoutmijn waren uitgehouwen
voor de vele kamers, de kilometerslange
gangen
die later vol water liepen en groepen,
gedaanten oplosten
maar elders, in grauw winters licht, toch
weer een vaste vorm
wisten aan te nemen, bijna onherkenbaar
veranderd na de zoutzweren van zovele
ondergrondse
jaren zochten ze een entourage
geborgen genoeg
om eindelijk de tijd te begrijpen
Hans Tentije

Is geluk blijvend:
wij staan al zolang stil
bij wat komt aangevlogen -
landschap, vogels, broden.
Raken onze ogen dan nooit vol
rollen wij niet bergaf, een zon
die zich begraaft in dikke
wolken sneeuw, zegen
eeuwig vallend voor ons?
Anneke Brassinga

Is het een uitgelopen
vlek, een godvergeten blad,
van inkt de opvlucht
in een pennentrek, een
vlezig prevelen
dat geen betekenis
ontbloot
zijn woorden
plots weer struikelblokken
in de stem, strompelt
de taal waar zij
van vliegen
droomt
Roland Jooris

opdat het niet sterft
van honger of van dorst
onder een onverschillige hemel?
Nog hangen er flarden licht in de lucht
vreemde vormen, transfiguraties
en een duizeling van blauw
overrompeld door het rood
- onaangetast nog?
Germain Droogenbroodt

The art of losing isn't hard to master;
so many things seem filled with the intent
to be lost that their loss is no disaster.
Lose something every day. Accept the fluster
of lost door keys, the hour badly spent.
The art of losing isn't hard to master.
Then practice losing farther, losing faster:
places, and names, and where it was you meant
to travel. None of these will bring disaster.
I lost my mother's watch. And look! my last, or
next-to-last, of three loved houses went.
The art of losing isn't hard to master.
I lost two cities, lovely ones. And, vaster,
some realms I owned, two rivers, a continent.
I miss them, but it wasn't a disaster.
—Even losing you (the joking voice, a gesture
I love) I shan't have lied. It's evident
the art of losing's not too hard to master
though it may look like (Write it!) like disaster.
Elizabeth Bishop

Men moet altijd enigszins verdrietig zijn,
anders is men verloren,
maar men moet wel een beetje verloren zijn –
van het reddeloze soort –
anders zou men alleen maar gelukkig zijn,
toch moet men ook gelukkig zijn,
zo maar gelukkig kunnen zijn,
in alle staten van geluk,
anders zou men maar verdrietig zijn,
enigszins verdrietig
altijd.
Toon Tellegen

dansen hakken
hoog en vrij in het licht.
Onze avontuurlijke inborst
observeert.
Ontkennen doen we niets,
tussen onze lippen door
zingen we liedjes van schaamte
en zonde.
Door onze stemmen zal de wereld
even spontaan tot rust komen.
De geluidscrisis verdwijnt,
we besluiten dat we gezonde
klanken horen.
We doen wel en we doen
niet mee. Zo kennen we ons
weer.
Fred Papenhove

Ik heb een ziel
die precies in mij past-
ik doe alles met mijn ziel
klop op mijn ziel en stof hem af
schaaf aan mijn ziel en blaas de krullen weg
boor gaten in mijn ziel en vul ze weer op
met nuchtere gedachten.
Ik wou dat ik meer zielen had
en van een andere soort
oneffen zielen kromme zielen
zielen als spartelende zilvervisjes
als meisjes in een winterjas
zwarte zielen.
Maar mijn ene ziel-
een tamelijk vierkante effen en solide ziel-
vult reeds alle beschikbare ruimte
en krimpt geen millimeter
zolang ik leef.
Toon Tellegen

Elkaar dan niet te kennen,
ineens. Of al heel lang: altijd.
Niet, het gaat hier om niet.
Sommigen zeggen dat dat,
precies dat, het essentiële moment is,
het moment ‘niet’,
dat het daar om gaat.
Maar dat is wat sommigen doen: praten,
altijd maar praten.
Muziek in een lift.
Hadden ze gelijk, ze zouden zwijgen.
Mark Boog

Er is zelfs geen hond te zien op straat. Zijn wegen lopen leeg in
de strook water tussen hier en de overkant. Een
fietser probeert niemand in te halen. De nacht is dag geworden.
In de paar minuten dat de camera door zijn
stad zwenkt, zijn het de huizen die statig opvallen, de boten bij
de brug, de afwezigheid van ons is
totaal. Het is alsof iemand ergens tot tien telt en we dan tegelijk
naar voren zullen komen, een orkest achter
de gesloten deuren. Een schilder die pas later kleur toevoegt aan
zijn werk. Een geheim verbond met alle inwoners
maar misschien is ook dat een vergissing en is de stad een zojuist
opgeleverde maquette die op goedkeuring wacht
alvorens gebouwd en bewoond te worden. Een kaart waarop ook
het kruisje van zijn adres ontbreekt.
Alja Spaan

Als ik de grens aanraak van mijn vermogen
worden mijn zolen even grondig plat
kriebelt er iets boven mijn ellebogen
en begrijp ik: nu begrijp ik wat.
Dan krijg ik wel eens tranen in mijn ogen
niet van het begrepene maar doordat
ik merk hoe kinderachtig opgetogen
ik weer ben met wat ik nooit bezat
Lieve natuur door de natuur bedrogen
omhels ik de natuur en blijf ik pogen
in haar te baden die ik al aanbad
toen ik bijvoorbeeld zag hoe vogels vlogen
doordat ze met hun armpjes bewogen
en dat ik dergelijke armpjes had
Leo Vroman

Ik trek mij terug en wacht.
Dit is de tijd die niet verloren gaat:
Iedre minuut zet zich in toekomst om.
Ik ben een oceaan van wachten,
waterdun omhuld door 't ogenblik.
Zuigende eb van het gemoed,
dat de minuten trekt en dat de vloed
diep in zijn duisternis bereidt.
Er is geen tijd. Of is er niets dan tijd?
M. Vasalis

uit de diepten van het meer -
geen geluid verstoort
de stilte, terwijl
de koele, vochtige mist
het verleden toedekt
onder een zachte sluier.
Wat was,
wat is
en wat zal zijn
worden een.
Roger Pelgrims

En een verbazing over alles dwarrelt als stof op mij neer.
Op andere momenten is het alsof het universum een slechte acteur is die met een vreemde stem tot mij spreekt, ineens een ander uiterlijk heeft en daarmee slechts verraadt dat hij eigenlijk iemand anders is.
Als een gordijn dat wordt opgetild door de wind en een stukje prijsgeeft van iets onbekends en onverwachts.
Fernando Pessoa

Nu wordt het water hoorbaar in de stilte.
Zo was de regen vroeger aan het raam
toen ik een kind was en, bij bomen woonde
en als de vossen was, heel blond, en zonder naam.
De wortels groeiden glanzend uit de duinen,
de zomers rijgden zich als kralen aan elkaar,
ik viel verrukt een ander lichaam tegen
in helder water, de bodem stil en klaar.
De vennen blonken donkergroen en vonkten
lang voor het onweer losbrak op de hei.
Geluk is drijven in voorzichtig water,
de regen over ons groen als de wei.
Aleidis Dierick

In de herfst van je leven
doe je warme schoenen aan
en een stevige jas
tegen het guur
Je trekt nog eenmaal
een beschutting op
in oude woorden
om vroegere dromen
Zilverwit blad dwarrelt
oneindig langzaam
maar onvermijdelijk
naar de koude harde grond
Je merkt de zachte
landing op
en beseft
dat in berusting
waarheid wordt gevonden
Wouter van Heiningen

Het meer in mij vloeit uit in een ander meer,
beneden voort. Het is niet vergelijkbaar groot.
Het is een woord, waarvan de diepte anders is.
Je kunt erin verdrinken, maar je gaat niet dood.
Zijn oorsprongen verwisselbaar? Alles stroomt
ook naar boven, want wateren zijn van hun bron
al evenzeer de bron. Begin dat nooit begon.
Eeuwig is er een rivier,niets blijvends, tussenin.
Mijn meer is niet beneden. Beneden reflecteert
de zon, de schittering van het verleden. Je naam,
in water opgeschreven, vervalt nog niet daarom.
Benno Barnard

Hoe zal ik dit uitleggen, dit waarom
wat wij vinden niet is
wat wij zoeken?
Laten we de tijd laten gaan
waarheen hij wil,
en zie dan hoe weiden hun vee vinden,
wouden hun wild, luchten hun vogels,
uitzichten onze ogen
en ach, hoe eenvoud zijn raadsel vindt.
Zo andersom is alles, misschien.
Ik zal dit uitleggen.
Rutger Kopland

Behind the curtain there is a world of calm,
behind that thick green
is sanctuary,
profound hush.
An unsullied realm, its silence.
From that flowing vision
of another world,
from that other reality's diaspora of sounds; from that other time,
enmeshed, they are calling me.
Coral Bracho

altijd antwoord op mijn vragen,
gij wist waarom dit en dat,
waarom als wij samenlagen
in bed en naar boven zagen,
de kabouter vleugels had.
Waarom winter, waarom zomer,
waarom honger, waarom kou,
waarom appelen op de bomen
en de kinderen waarvandaan
schreiend zij op de aarde komen.
Ik heb het nooit goed verstaan.
Maar nu moet gij mij vertellen,
sprookjesmoeder, lieve vrouw,
kittelend mijn orelellen,
waar die kindren henengaan.
Hubert van Herreweghen

Ik rijd naar huis in de bellende leegte
Van de laatste tram. Het wordt mijn tijd.
Verlaten straten komen samen, gaan uiteen
Op steeds dezelfde, stroevende punten.
Ik zit in mijn ijzer, lees de haltes, steeds
Dezelfde, door het raam dat wie weerkaatst.
Ik zoen de koude naam op de achterkant
Van mijn adres, verscheur de enige brief.
Het maanwit heeft weer niets verklaard.
De nacht bezit geen grond om op te rusten.
Het is vroeg in de slapende stad.
Het is laat in mijn slapeloos leven.
Leonard Nolens

hoe ga ik open als een boek?
ik wil mezelf eens lezen,
bladeren en kijken
hoeveel pagina's ik tel.
of ik een sprookje ben
of meer een studieboek.
zou ik mij kopen?
lenen bij de bieb?
alleen stiekem lezen
hoe ik afloop en zachtjes
terugzetten in de kast?
Ted van Lieshout

For there is always light,
if only we’re brave enough to see it.
If only we’re brave enough to be it.
Amanda Gorman

Aandachtig
De vogelen verzamelen zonder tal.
Het bos wordt grijs, het water diep en zuiver.
Ik ben een eenzaam man die huivert
van heimwee, in de duizelende bladerval.
Anton van Wilderode

Je maakt je vinger nat, strijkt langs
het beige raamkozijn en proeft.
De winterkamer is een long
met nicotine aan de wanden.
De klok, de kast, het schilderij –
de negatieven van hun schaduw
beplak je met een bollenveld
uit Stalenboekje nummer 10.
April ruikt naar behangerslijm
en olieverf, mei naar azijn.
Op rode knieën, kokos schrobbend,
schuif je rugwaarts de kamer uit
om op een dag stofvrij te zijn.
Tuin zal je vloertje zijn wanneer
dit huis dood en begraven is.
Dan springen balsemienen uit
de hoek, buigen twee zonnebloemen
zich over bijzettafeltjes
en regenen de venkelschermen
hun zaad in omastoelen uit.
Jos Versteegen

Well, I kept thinking about what the weatherman said
And if the voices of the living can be heard by the dead
Well, the day is gonna come when we find out
And in some kind of way I take a little comfort from that
Now and then
'Cause people often talk about being scared of change
But for me I'm more afraid of things staying the same
'Cause the game is never won
By standing in any one place
For too long
...
Nick Cave

de slaap die zich vannacht iets van mij aantrok
liet me vallen. of een ander me nog oppikt
wat je niet zien kunt in een donkere kamer, wie je niet ziet
ergens meet cirkels
eens maar nooit is nu, het vergelijkt weer
het ruisen in de bloedbaan met het ruisen daarbuiten
Hans Groenewegen

geen schuur. Alleen motregen
heeft zulke penselen, alleen
landwind de langzame
hand van passen en meten
tot de tempel van tabak
de mistgod gegoten zit.
Onder de olm rust intussen
de tijd, rekt de nazon uit.
Peter Theunynck

Ik heb het allemaal zelf bedacht,
de dansen, het water,
de auto, het ijs.
Alleen jou, jou heb ik niet bedacht.
Jij was uit de doorzichtige tijd gekomen,
misschien zoals ik, misschien anders.
Jij had een miljoen jaar wereld
als een eierschaal achtergelaten
en daar sta je,
boven op het bestaande,
een vlinder in de winter.
Tot het ogenblik kruimelt, breekt,
en ons opvreet
en zichzelf verteert tot wolk
die zo groot was als alles
en zo groot als het niets.
Cees Nooteboom

Als we ons dan toch moeten kleden,
tegen kou bijvoorbeeld, of in naam van iets,
in resten van dit of dat verleden,
verhalen en geheugensteuntjes die niets
vertellen dan dat we er al waren
in de tijd die bestond voor dit heden -
als wij onszelf alleen in het nu kunnen bewaren
door onszelf voortdurend uit te vinden in het nu
dan liefst eenvoudig, aan de hand van kleding.
Je zit aan tafel. Opeens zie je hoe iemand
ijs overstak, hoe hem de kou beving
of een ander einde en je zegt: kijk,
hier heb je zijn schoenen, leren mantel, wanten.
'Waar is de tijd? Hier is de tijd.'
Esther Jansma

Azuur beklimt ligusterhagen
en naast de bessenstruik
het luie land ontplofbaar
haast van hitte
de zon hangt in
het kraaiennest
het asfalt dampt als
paardenlucht
een rookpluim naar
de overkant
concerto voor de gulle rozen
honingbrood voor bedelaars
het staat met vuurpijlen
op wolken geschreven:
hoe glansrijk de aarde
hoe moe de taal.
Jo Gisekin

Gelukkig dat
Het licht bestaat
en dat het met
me doet en praat
en dat ik weet
dat ik er vandaan
kom, van het licht
of hoe dat heet.
Hans Andreus

Er geuren aldoor kinderen in mijn hoofd
en uit mijn ogen vol met kinderogen
ontspringt een bloesemtwijg
lijnen kunnen zo vloeiend zijn
toch is de avond zwaar
zwangere vrouwen droegen ook vandaag hun last
de lippen van de minnaars bloeden
en de eenzamen hebben weer verloren
ik zou willen een poppenkast zijn
de kinderen met lappenpoppen laten spelen
in mijn huis
ze zouden haha zeggen
en de wolf zou verliezen
we zouden weer in fantasie geloven
Cathy Mara

verwikkel
verwikkeld
verwikkelend
verwikkelellende
omarm me
verarm me
verwarm me
duister gesuis
als vogels in treinen
en mooiere
weerspiegelingen
dan we werkelijk zijn
Tuin Scheffer

Nu ik, na vederlicht verleden,
ben aangekomen waar ik ben,
begrijp ik nauwelijks waarom
ik deel moet hebben aan de wereld:
er is geen reden voor dit leven,
ook al beloofde men een hemel -
op aarde vind ik niets wat ik
van waarde vind, bewaren wil.
Toch loop ik onvermoeibaar door
en schud het ongenoegen af.
Voor doodgaan is het nog te vroeg.
Ik hoop tot mijn verwondering
op jou, en elke avond zing
ik over weer een laatste dag.
Michel Krott

Alsof je een plek bereikt.
Om je heen kijkt en weet
dat je thuis bent.
Een weiland, vergeten
langs duinen en bosrand,
iemand buigt tussen jou
en een feest - op zoek
naar de wijn, een gezicht
wordt zijn eerste woorden,
wat geschreven werd voor jou
door een nooit gevoelde hand.
Alsof je dit al kende
voor je het zag. Er geweest was
voor je er zou komen.
Zo thuis
Kees Spiering